Column
Spliertjes
Vroeger, in een tijdperk ver voor Nintendo’s en smartphones, vermaakten mijn zus en ik ons in gevallen van verveling met het kijken door de spliertjes van onze ogen: we knepen onze ogen net niet helemaal dicht en tuurden door onze wimpers. Geconcentreerd bestudeerden we wat we om ons heen zagen en vertelden dat aan elkaar op onze geheel eigen wijze. Het woord spliertjes hadden we natuurlijk zelf gemaakt van spleetjes en kiertjes, maar dat realiseerden we ons pas toen onze vriendinnetjes het niet bleken te kennen.
"Voor deze column tuur ik net als vroeger weer door de spliertjes van mijn ogen en vertel over alles wat ik zie."
Gastvrijheid
31-5-2014
Een tijdje geleden bezochten wij een verjaardag waarbij de gastvrijheid ons bijzonder opviel. Nu wordt je natuurlijk op een verjaardag waarvoor je bent uitgenodigd altijd wel gastvrij ontvangen in de zin dat je het gevoel hebt welkom te zijn, maar op deze verjaardag werd de gastvrijheid als een soort ambacht beheerst.
Het zette me aan het denken:
De ouders van de jarige stonden ook bekend om hun gastvrijheid, dus zou het in de familie zitten? Feit was dat ook de jongste telg van de familie enthousiast meehielp om het iedereen naar de zin te maken. Biertjes doppen, lege flessen opruimen noem maar op.
Wikipedia zegt over gastvrijheid: Gastvrijheid is het gebruik gastvrij te zijn, en ook het gastvrij handelen zelf, dat wil zeggen, het ontvangen en onderhouden van gasten, bezoekers of vreemdelingen, in vrijheid en goede wil.
Gastvrijheid heeft ook betrekking op gastheerschap in bedrijfstakken hotels, restaurants, casino’s, vakantieparken, en verder iedere dienstverlenende positie die met toeristen te maken heeft.
Ook het laatste klopte wel: onze gastheer is in het verleden werkzaam geweest in de horeca. In Makkum, een plaats waar veel ondernemers het moeten hebben van de toeristen hebben we natuurlijk veel te maken met het laatst genoemde gastheer(vrouw) schap in de horeca en de winkels.
Menigeen doet ontzettend zijn best om aantrekkelijk over te komen op en in de smaak te vallen bij de toeristen. In de hoop dat die toeristen dan wat besteden in onze vlecke natuurlijk. De laatste jaren zijn ondernemers nog al eens opgeschrikt. Supergrote windmolenparken in ons IJsselmeer, we vinden het zelf al niet een plezierig idee maar het jaagt bovendien de toeristen weg. Wat moet je doen om het de toeristen naar de zin te maken. De meningen verschillen: het centrum autoluw maken? Waar moeten onze gasten dan parkeren merken de ondernemers uit het centrum op.
Meer dan eens worden door ondernemers- en bedrijvenverenigingen mensen van buiten Makkum aangetrokken die hier mogen vertellen hoe het moet. Wat adviseren zij zoal: Makkum moet met elkaar samenwerken. Makkum moet een pakkende slagzin hebben. Een van de nieuwste initiatieven waarover ik las van BEM ( dit blijkt een onafhankelijk Brainstormgroep Evenementen Makkum ) komt tegemoet aan de “eis”dat er meer evenementen moeten komen die toeristen trekken: een triatlon met zwemmen, kajakken en hardlopen.
Wat is het toch dat ik bij al die adviezen denk: tja het is waar, maar ook een ontzettende open deur…Of maakt het niet zo veel uit wat er gezegd wordt maar heeft een vreemde deskundige meer “power” om groepen te smeden die ook daadwerkelijk tot actie overgaan omdat men het gevoel krijgt met iets nieuws bezig te zijn?
Toch is er bij gastvrijheid ook iets ongrijpbaars. Tot op zekere hoogte kun je het leren , maar sommige mensen hebben net dat beetje meer.
Ook altijd weer tragi-komisch om te merken dat soms heel kleine dingetjes het gevoel van welkom zijn beïnvloeden. Zoiets simpels als schone tafels en stoelen op een terras, niet lang hoeven wachten maar je ook niet opgejaagd voelen. Tijdens een wandeling moest ik in dit kader een beetje grimlachen om grote posters bij de rotonde bij de haven waar je Makkum binnenkomt. Grote posters met de tekst: Bent u er klaar voor? Oh leuk een opwarmertje voor de toeristen in de trant van: ben je klaar om je hier eens even prima te komen vermaken?
Maar nee.. de kleinere lettertjes onderaan informeren of je alles wel goed geregeld hebt voor je uitvaart. Of dat nu een vakantiegevoel geeft?
Als het beestje maar een naam heeft
25-4-2014
Het Nederlands
hoort tot de levende talen en is dus aan verandering onderhevig. Het is iets
wat je je hele leven wel weet maar wat zich bijzonder duidelijk aan je opdringt
wanneer er meerdere pubers in je huis rondlopen. Van tijd tot tijd hoor je
woorden die je niet kent of die in een
totaal andere betekenis worden gebruikt als vroeger. Er wordt je ook wel te
kennen gegeven dat het niet de bedoeling is dat jij de nieuwe woorden als ouder
ook gaat gebruiken. Taalgebruik is in dit geval bedoeld om af te bakenen dat je
kinderen tot de jeugd behoren en jij tot de ouderen. Jij dient vet alleen te
gebruiken als je het hebt over jus of een rookworst.
Als het beestje maar een naam heeft lijkt inmiddels ook
een ouderwets en misschien al achterhaald spreekwoord. Want de laatste tijd
viel het me meerdere keren op dat mensen aangaven dat het wel degelijk wat
uitmaakt welke naam je het beestje geeft. Een mevrouw die al jaren een winkel
in woonspullen runt en over vroeger vertelt geeft aan: “Het ging pas echt lopen
toen we onze spullen brocante gingen noemen”. Iets soortgelijks speelt bij
kleding: tweedehands of het prachtige ouderwetse “afdankertje” klinkt een stuk
minder hip dan “vintage”.
Naast de beestjes zijn er natuurlijk ook onze kinderen
die een naam krijgen. Ook hier is sprake van mode. Er verschijnen elk jaar
lijstjes met de populairste namen. Heel wat anders dan de namen van vroeger die
generaties lang meegingen doordat de meeste mensen vernoemd werden. Al een hele
tijd zijn korte en krachtige namen hip. Dat verschijnsel zie je nu ook bij
kleding, horeca en winkels. Kort moet het zijn en bij voorkeur aangevuld met
een uitroepteken. Lief! Stoer! Puur! Oer! In Makkum hebben we Kreaz en Enjoy!
Naast hun eigen naam blijken vele Makkumers vroeger ook
een bijnaam gehad te hebben, meestal verwijzend naar opvallende lichamelijke
kenmerken of karaktereigenschappen. Bij naamgeving komen vaak veel emoties los.
Als een bijnaam in feite een scheldnaam is, is dat natuurlijk logisch.
Maar ook wanneer je na gaat denken over hoe je je
kinderen gaat noemen spelen er veel irrationele redenen mee. Kan die naam wel
voor een baby, ik ken alleen oudere mensen die zo heten. En andersom: Is die
naam ook na de kindertijd nog wel leuk? Wanneer je wederhelft een zeer
onaardige Joris heeft gekend, kun je zelf die naam nog zo leuk vinden maar komt
zo’n naam niet door de commissie. Andersom heeft een van onze kinderen een naam
waaraan voor ons herinneringen aan naamgenoten kleven die zeer positief waren.
Een soort vernoemd naar meerdere personen uit het verleden.
Namen: vroeger hield ik er op school al een spreekbeurt
over. Ik vond het zo leuk om op te zoeken wat de namen van de kinderen uit de
klas betekenden en net zoals bij een horoscoop uit de Libelle; er zat altijd
wel een kern van waarheid inJ.