Voor maandag 28 oktober was door Piet Paulusma en de zijnen een weeralarm afgekondigd in de kleuren rood en oranje. Door vorige overbodige of in ieder geval overtrokken alarmen werd er in de media en ook hier ten huize een beetje lacherig op gereageerd. Stormen horen bij de herfst. De tuinmeubelen en andere buiten-attributen zijn al opgeruimd. Het zal wel wat meevallen.
Mijn moeder komt koffiedrinken en we bekijken de foto’s die we in de herfstvakantie hebben gemaakt. We constateren dat het inmiddels best hard waait, maar verder gaat alles zijn gewone dagelijkse gangetje. Er is één huisgenoot die hier anders over denkt en dat is onze kat. Ze loopt onrustig rond, miauwt op luide klagende toon en verliest ons niet uit het oog. “Ze is zeker bang voor de wind”, zeg ik. “Wat apart, ze doet echt heel anders dan anders.”
“De buurvrouw staat ook buiten” , merkt mijn moeder op. Wat ligt daar? We lopen naar het raam. Er ligt een stuk zink op haar auto. “Waar komt dat vandaan?”, zegt mijn moeder. Ik krijg een naar voorgevoel en loop ook naar buiten. De straat ligt inmiddels bezaaid met stukgewaaide dakpannen en ja ze komen ( helaas) van ons dak. En dat zink, dat zat twee minuten geleden nog op de dakkapel aan de zijkant van het huis!
Nog een paar minuten later moet ik constateren dat ik mezelf buitengesloten heb. Omdat we de computer en de muziekinstrumenten uit de, nu inmiddels lekke, kamers onder de dakkapel willen halen, tikken we noodgedwongen het ruitje van de achterdeur in. Ik haal de liefste bezittingen van mijn kinderen uit hun kamers.
De koffie is inmiddels koud. We zetten nieuwe maar ook dit kopje koffie wordt vergezeld door zaken die door de lucht vliegen. Aan de andere kant van ons huis rammen losgeraakte dakdelen van de buren een rij dakpannen los. Het is om bang van te worden en dat lukt inmiddels wel aardig. Mijn stressbestendigheid en onverschilligheid over aardse bezittingen zijn kleiner dan ik zou willen.
‘s Middags ontruim ik met mijn zoon en dochter hun beide kamers. Het regent inmiddels buiten én binnen in deze kamers onder de dakkapel. Wat een spullen en wat een chaos op onze bovenverdieping. Om moedeloos van te worden.
Tijd om de blik weer op de positieve dingen te richten. Niemand is gewond geraakt en alle huisgenoten zijn inmiddels weer veilig thuis. Het behang lag klaar voor de kamer van zoonlief: gelukkig waren we nog niet begonnen! We zouden toch grondig opruimen? Nou moeten we wel alles door onze handen laten gaan. Door de haastige evacuatie ligt overal wat…..
Ga ik me in het vervolg meer aantrekken van weeralarmen? Dat niet, maar als mijn kat weer zo gek doet, weet ik hoe laat het is…..